Samenvatting
Bij parentificatie komt de jeugdige in de rol van ouder, met alle ellendige gevolgen van dien. In gezinnen die te maken hebben met ziekte, beperking of mantelzorg komt dit geregeld voor. Belangrijk voor betrokken professionals en leerkrachten om hier alert op te zijn.
Parentificatie en mantelzorg
In gezinnen waar sprake is van ziekte, beperking of mantelzorg komt parentificatie geregeld voor. Bij parentificatie komt de jeugdige in de rol van ouder. Het is een proces van verwachtingen en rolverdelingen binnen een gezinssysteem. Een kind, vooral het oudste, neemt langdurig de rol van ouder op zich en krijgt verantwoordelijkheden die bij de ouders horen. Geparentificeerde kinderen hebben te zware huishoudelijke taken; zorgen voor hun broertjes, zusjes of ouder(s) of zijn de gesprekspartner, steun en toeverlaat van de ouder. Er wordt te veel van het kind gevraagd en het kind krijgt te weinig van de ouders. De zorg is langdurig ‘ongepast’. Ongepast in de zin van niet passend bij de leeftijd van het kind en schadelijk voor de ontwikkeling. Dit kan nadelige consequenties hebben en zich uiten in:
- een negatief zelfbeeld: het kind wordt overvraagd, waardoor het veel faalervaringen opdoet;
- niet goed voor zichzelf opkomen: het kind vertoont extreem sociaal wenselijk gedrag;
- extreem voor zichzelf opkomen: het kind probeert gemiste behoeften in te halen;
- moeite om aansluiting te vinden bij leeftijdsgenoten: het kind voelt zich eenzaam.
Jeugdigen in een familie komen soms om de beurt in de geparentificeerde rol terecht. Hoe starder de rolverdeling is, des te meer problemen zal dit voor de ontwikkeling van de persoonlijkheid van het kind opleveren. Tijdelijke zorg voor ouders, bijvoorbeeld tijdens een ziekenhuisopname, is een heel ander verhaal en hoeft geen negatief effect te hebben op de ontwikkeling van de jeugdige. Als ouders dit zien en benoemen, wordt de inzet erkend.
Parentificatie is een sterk en stabiel systeem. Blijkbaar komen er niet alleen moeilijkheden van, maar is er ook winst te behalen. Voor de ouder is dit emotionele winst. Ook voor het kind is een zekere winst te behalen. Op basis van de sterk ontwikkelde sensitiviteit en zorgcapaciteiten vervult het kind een superieure rol binnen het gezin en verwerft, onder andere door de afhankelijkheid van de ouder, een machtspositie.
Meestal gaat parentificatie ten koste van de gewone ontwikkelingstaken die passen bij de leeftijd van het kind. Wat gewoon is, is cultureel bepaald. Het effect op de ontwikkeling van het kind hangt af van de leeftijdsperiode waarin de parentificatie ontstaat. Jongere kinderen komen niet toe aan spelen. Oudere kinderen en pubers kunnen problemen krijgen met de adequate losmaking van hun ouders en met hun identiteitsontwikkeling. Ook bij het ingaan van een nieuwe levensfase kan parentificatie tevoorschijn komen. Bijvoorbeeld, als jongeren zelfstandig gaan wonen en zich schuldig voelen, omdat zij de ouders in de steek laten en als deloyaal worden gezien, of als een volwassene geen verbintenis aangaat of thuis blijft wonen om volledig beschikbaar te blijven voor de ouder(s).
Zelfstandig gaan wonen
Mijn jongere broer woont nog thuis en zorgt voor onze gehandicapte ouders en het reilen en zeilen in en om het huis. Hij voelt zich bijzonder verantwoordelijk. Het is voor hem geen eenvoudige stap om zelfstandig te gaan wonen en erop te vertrouwen dat wij ook goed voor onze ouders zorgen.
Margreet, mantelzorger
Uit liefde redden van wie je het meeste houdt
De hele jeugd van auteur Douglas Stuart is gevormd rondom zijn moeder en haar alcoholisme. In zijn indrukwekkende debuutroman Shuggie Bain zoomt hij in op de kleine dagelijkse wereld, waardoor grote thema’s helder worden. Hij geeft loepzuiver en kippenvelverwekkend aan wat parentificatie is, zonder dit woord te noemen. In Trouw Tijdgeest zegt hij: ‘Want als kind heb je geen controle over de situatie als je van iemand houdt die lijdt aan een verslaving. Ik werd rondgeslagen door de storm die voortdurend woedde door het huis waarin ik opgroeide. Je weet nooit wat drank met je moeder gaat doen. Wordt ze boos? Krankzinnig? Lyrisch? Depressief? Het gaat over hoe ver je wilt gaan om degene te redden van wie je het meeste houdt, voordat je jezelf redt. Iedereen die houdt van een verslaafde worstelt hiermee. Je doet wat je kunt, maar iedereen bereikt een punt dat hij het niet meer aankan. Een tienjarige doet wat hij kan doen om haar te helpen. Hij wil dat ze beter wordt, maar hij zet ook, terwijl ze haar roes uitslaapt, het overgebleven bier van de avond ervoor naast haar bed, voor als ze wakker wordt. Als daad van onzelfzuchtige liefde. Het schaadt hem misschien, maar hij weet dat het haar op dat moment helpt. Hij heeft door dat ze pijn lijdt. En hij doet dat om haar. Liefde blijft bijzonder.’ (Belgers, 2021, 30 januari, p. 59-61)
Het was mijn taak om te tolken
Ik ben in Marokko geboren. Toen ik een paar maanden oud was, verhuisden we naar Nederland. Ik heb vier broers en zussen en wij vormen de tweede generatie. Onze ouders waren beiden ziek en wij hebben voor hen gezorgd. Dat sprak voor zich. Het was fijn dat we dit met elkaar konden doen. Je vraagt wat voor ziekten er speelden? Dat vertel ik liever niet.
Ik ben hartstikke trots op mijn ouders, omdat ze zich ondanks alle sores staande hebben weten te houden en ons opleidingen hebben laten volgen. Mijn ouders zijn in hun dorp maar een paar jaar naar school geweest. Mede hierdoor zijn ze jammer genoeg de Nederlandse taal nooit machtig geworden. Ze spraken wel voldoende om boodschappen te kunnen doen en een praatje met de buren te maken.
Ik was verbaal de sterkste en het werd mijn taak om te tolken. Het was comfortabel voor mijn vader en moeder dat ik meeging naar de huisarts en specialisten. Ook bij de diverse opnames stond ik paraat. Hierdoor kreeg ik veel te horen wat niet geschikt is voor kinderoren. In de tijd dat ik midden dertig was en een drukke baan met een jong gezin combineerde, liep ik geheel onverwacht vast. Toen realiseerde ik me welke impact het zorgen voor mijn ouders op mij heeft gehad. Ik ging maar door, dag in dag uit en ik stond voor iedereen klaar. Ik had geen idee dat ik ook een binnenwereld had. Het heeft een tijd geduurd voor ik daar contact mee kreeg en merkte dat ik behoeften en grenzen heb. Ik weet nu dat nee zeggen mag en af en toe zelfs noodzakelijk is. En dat voluit ‘Nee’ ook leuk en krachtig kan zijn.
Karima, maatschappelijk werker
Glaskinderen
Naast geparentificeerde kinderen bestaan er ook zogenoemde glaskinderen: kinderen die schijnbaar onzichtbaar zijn. Ouders kijken door hen heen en zien hun behoeften niet. Glaskinderen lijken sterk: ze dragen de lasten van het gezin, ze nemen de verzorging van broertjes en zusjes op zich om hun ouders te ontzien. Ze vragen niet snel om aandacht, omdat ze weten dat de aandacht van ouders gaat naar de problemen die spelen. Ze doen een stapje terug en komen niet met hun eigen sores. Ze voelen aan dat de energie van de ouders beperkt is en merken dat het oppassen geblazen is. Glaskinderen zijn breekbaar en gevoelig voor depressies en stressstoornissen.
Het zondebokmechanisme
Een zondebok is iemand die beladen wordt met de schuld van een gebeurtenis, zodat over de eigenlijke schuldvraag niet meer hoeft te worden nagedacht. Een zondebok kan ontstaan binnen een gemeenschap waarin grote spanningen heersen. Zware mantelzorgsituaties zijn hier bij uitstek gevoelig voor. Om escalatie te voorkomen, zorgen zondebokken dat de toenemende spanning wordt afgeleid, zodat zij nog enige controle hebben. Ze offeren zichzelf op en worden geofferd ten voordele van de familie. Desondanks krijgen ze de schuld. Meer over de zondebok
Ik kreeg de schuld, mijn zus de credits
Mijn moeder heeft jaren terug een beroerte gehad. Ze ziet slecht en haar evenwicht is moeizaam. Ik ondersteun haar met boodschappen, huishouden, ziekenhuisbezoeken en vooral mentaal. Mijn jongere zus Marieke komt één keer per maand op de thee. Daar verheugt moeder zich altijd enorm op. Ze is lovend over Marieke als die de moeite neemt om gezellig op bezoek te komen. ‘Zo leuk… Marieke dit; zo aardig… Marieke dat.’ Ik ben vanbinnen laaiend. Ik krijg van moeder of van Marieke zelden een compliment of blijk van waardering. Ik hoor: ‘Je doet dit niet goed’ en ’Je hebt dat laten liggen’, ‘Jij doet altijd zo moeilijk.’ Tja, eigenlijk is er niks nieuws onder de zon; het was vroeger al zo. Ik kreeg de schuld en Marieke de credits. Ik zou weleens willen ruilen. Ik heb toch recht op waardering? Of ben ik dat soms niet waard?
Rianne, mantelzorger
De voortdurende schuld die zondebokken ervaren, kan leiden tot een gekwetst zelfbeeld, minderwaardigheidsgevoelens, wantrouwen en de ontwikkeling van persoonlijkheidsstoornissen. Zondebokken hebben een outsiderpositie, die zich dikwijls herhaalt. Erbij horen, samenwerken in een groep of team blijven moeilijke thema’s. Vanuit hun angst voor afwijzing kunnen ze zich zodanig tot anderen gaan verhouden dat zij het doelwit worden van pesterijen. Voor ouders wordt het gedrag van het kind niet als zorg maar als last ervaren. Zondebokken krijgen zelden erkenning voor wat ze investeren in het gezin. Jaloezie naar broers en zussen die wel erkenning krijgen (vooral de ‘perfecte en zorgende’ kinderen), kan het destructief recht — het recht dat blijft bestaan om te ontvangen wat niet gegeven is — en het gekwetste zelfbeeld versterken.
Soms een aai en soms een pets
Mijn moeder was manisch-depressief. Soms kreeg ik een aai en soms een pets. Dat was altijd maar afwachten. Het maakte me onzeker. Ik werd wantrouwend naar mijn moeder en naar anderen. Ook wantrouwend naar mezelf. Ik voelde me onveilig. Ik werd verliefd op een stabiele man. Hij was ook nog leuk om te zien. We trouwden al jong. Ik heb in de loop van de jaren van hem geleerd me te hechten en te vertrouwen. Ik ben leidinggevende in de zorg en vertrouw bijna blind op mijn collega’s en mijn team van verpleegkundigen. Laatst zei mijn collega tegen me: ‘Als geen ander kan jij inspelen op het onverwachte!’ Tja, ik weet wel hoe dat komt en waar ik dat heb geleerd.
Ellen, leidinggevende in de zorg
De plek van verwonding is de plek van bevruchting
In bovenstaand verhaal heeft de leidinggevende als kind geleerd om staande te blijven in hectiek en dat geeft dat ze als leider uitstekend kan inspelen op onverwachte situaties. Ze weet wat wantrouwen is en inmiddels ook wat vertrouwen is. Ze kent beide polen. De plek waar we als kind gewond zijn geraakt, kan in de loop van ons leven de plek worden waar we onze specifieke kwaliteiten ontwikkelen. Dit is meestal een proces van jaren. Als we deze persoonlijke talenten vanuit wijsheid en intuïtie inzetten, zijn we van grote betekenis. Het leven vanuit talenten vraagt weinig energie en gaat bijna moeiteloos.
Lees meer in mijn boek Een bron van zorg. Compassievol zorgen in familieverband. Erkenning voor mantelzorgers en professionals. Te koop bij de boekhandel of online of via Heelimperfect.